
Bronnen
Rechtsplegingsdossier (Kinder- en Jeugdrechtbank)
Periode
Vóór de Kinderbeschermingswet van 1912 kwamen delinquente jongeren terecht bij dezelfde rechtbanken en hoven als volwassenen. Na 1912 werden ze berecht door de kinderrechter (sinds 1965: jeugdrechter).
Bewaarplaats
De archieven van de kinderrechtbank worden bewaard in de Rijksarchieven.
Raadpleging
- Dossiers ouder dan 100 jaar zijn vrij raadpleegbaar.
- Wil je recentere dossiers raadplegen? Dan moet je toestemming aanvragen bij het Openbaar Ministerie (procureur-generaal van het hof van beroep waar de archieven onder ressorteren).
Gegevens
Sinds de Kinderbeschermingswet van 1912 worden jongeren met delinquent gedrag niet langer berecht door gewone hoven en rechtbanken, maar door de Kinderrechtbank (na 1965: de Jeugdrechtbank). Kinderen kwamen hier bijvoorbeeld terecht voor diefstal, prostitutie of bedelarij en landloperij, maar ook ouders konden een klacht indienen tegen hun kinderen. Ook schoolverzuim werd aangepakt.
De kinderrechter kon overgaan tot:
- Berisping
- Plaatsing bij een particulier
- Plaatsing in een (private of publieke) instelling
Dat soort maatregelen van ‘bewaking, opvoeding en behoeding’ was ingegeven door het idee dat kinderen vatbaar waren voor slechte invloeden. Door preventief op te treden, wilde men vermijden dat ‘kinderen in gevaar’ zouden uitgroeien tot ‘gevaarlijke kinderen’. De grote bevoegdheid van de kinderrechter leidde tot kritiek en de wet werd hervormd in 1965.
Onderstaande is gebaseerd op de heldere beschrijving van de dossiers, te vinden in de bijdrage van Paul Drossens in Tijdschrift voor Jeugd- en Kinderrechten (p. 32).
Een dossier van de Kinder- en Jeugdrechtbank bestaat uit twee dossiers: een rechtsplegingsdossier en een persoonsdossier.
Het rechtsplegingsdossier werd aangelegd door het Openbaar Ministerie bij het onderzoek naar de feiten. Het rechtsplegingsdossier bevat de processen-verbaal en inlichtingen over de minderjarige en zijn milieu (antecedenten, geboorteakte, uittreksels uit het bevolkingsregister, het rijksregister en eventueel het strafregister van de vader, moeder of voogd). Het wordt verder aangevuld met dagvaardingen, afschriften van beschikkingen en vonnisuittreksels.
Dit rechtsplegingsdossier wordt doorgegeven aan de Kinderrechtbank, die vervolgens een persoonsdossier aanlegt. Het persoonsdossier bevat een onderzoek naar de persoonlijkheid en de omgeving van de minderjarige.
Bij de meeste jeugdrechtbanken bestaan de rechtsplegings- en persoonsdossiers uit diverse submappen:
- ‘Identiteit en antecedenten’
- ‘Rechtspleging en gerechtelijke beslissingen’
- ‘Persoonlijkheid’
- ‘Milieu’
- ‘Formele stukken’
- ‘Verslagen’
- ‘Briefwisseling’
- ‘Kinderbijslag’
- 'Varia'
In het subdossier ‘Milieu’ zitten documenten die betrekking hebben op de verschijningen in het kabinet van de jeugdrechter, het verslag van het maatschappelijk onderzoek en andere rapporten van de sociale dienst.
Het subdossier ‘Persoonlijkheid’ bevat schoolinlichtingen, het verslag van het medisch-psychologisch onderzoek, het observatieverslag, periodieke verslagen van de inrichting(en) waar de minderjarige is geplaatst, bezoekrapporten, medische rapporten en briefwisseling met de instelling of met de minderjarige.
Let op
- De dossiers van de kinderrechtbank maken soms melding van familiale conflicten of mishandeling. De documenten zijn opgesteld in een periode waarin men anders omging met kwetsbare jongeren. De teksten, waarnemingen en beoordelingen kunnen kwetsende bewoordingen bevatten en moeten dan ook voorzichtig geïnterpreteerd worden.
Tips
- Behalve de eigenlijke rechtsplegingsdossiers, zijn er ook rollen en minuten van vonnissen bewaard. Ook daarin vind je gegevens.
- Veel dossiers zijn geseponeerd, maar de opgevolgde dossiers zijn ongezien rijk. Na het opleggen van een maatregel werden ze namelijk niet meteen afgesloten: een jongere bleef onder toezicht van de rechter staan tot die de meerderjarigheid bereikte of tot een maatregel eindigde.
-
Meer weten?
- Over dossiers: Paul Drossens, “Wat gebeurt er met afgesloten jeugddossiers? Een nadere kijk op hun selectie, archivering en raadpleegbaarheid,” in: Tijdschrift voor Jeugd- en Kinderrechten, 2022 (1)
- Over de kinderrechter: Els Dumortier, “De missie van de kinderrechter. Een onderzoek naar het ontstaan en de praktijk van de (Antwerpse) kinderrechter (België, 1912-1965),” in: Panopticon, 2012, 33(5), 391-414. (link)
- Jeugddelinquentie in de 19e eeuw: Jenneke Christiaens, De geboorte van de jeugddelinquent: België, 1830-1930 (Brussel, 1999).
- Jeugddelinquentie in de eerste helft van de 20ste eeuw: Aurore François, Guerres et délinquance juvénile: un demi-siècle de pratiques judiciaires et institutionnelles envers des mineurs en difficulté (1912-1950) (Louvain-la-Neuve, 2005).
- Over jongeren en justitie in het algemeen, zie volgende hoofdstukken in: Tweehonderd jaar justitie : historische encyclopedie van de Belgische justitie / Deux siècles de justice. Encyclopédie de la justice belge, onder redactie van Margo De Koster, Dirk Heirbaut, en Xavier Rousseaux (Brugge: Die Keure, 2015)
- Marie-Sylvie Dupont-Bouchat, Jenneke Christiaens en Charlotte Vanneste. ‘Jeugd en Justitie (I). Modellen, praktijken en hervormingen van het jeugdrechtsysteem (1830-2014) / Jeunesse et justice (I). modèles, pratiques et réformes de la justice des mineurs (1830-2014).’
- Margo De Koster, Aurore François, en Veerle Massin. ‘Jeunesse et Justice (II). Enfants délinquants et “irréguliers” sous le regard de la justice. Pratiques judiciaires et institutionnelles (1912-1965)’.
Auteur: Laura Nys