Verhalen
Fadila, mijn Algerijnse oma
“Arme Lisa, die hier een verhaal over moet vertellen.” Een zin geplukt uit een mail van mijn nonkel toen bleek dat ik de moederskant van mijn familie zou onderzoeken. Het is nochtans een bewuste keuze geweest om mij daaraan te wagen. Het enige dat ik er op voorhand van wist, is dat het een pijnlijk verleden is. Ik heb mijn grootmoeder zelf nooit gekend, en er werd zelden over haar gesproken. Ik heb haar levensverhaal bijeen moeten puzzelen aan de hand van de weinige documenten die bewaard zijn gebleven, de moeilijke gesprekken met nabestaanden, en de hulp van contacten ter plaatse in Algerije. Het was soms schokkend, maar het heeft mij ook veel bijgeleerd. Ik begrijp nu meer hoe de dingen gelopen zijn, en vooral waarom. Dit verhaal draag ik dan ook graag op aan de vrouw over wie het zal gaan: mijn oma, Fadila Fakari (1948-2000).
Schandaalscheiding in Algerije
Je zou Fadila als rebels en eigenzinnig kunnen beschrijven, maar ook als verscheurd en boos. Haar leven als woelig beschrijven zou een understatement zijn, misschien is tragisch beter. Ze is geboren op 25 november 1948 in Sidi Aïssa, een stadje in het noorden van Algerije. Haar jeugd was voor zover wij weten vrij onbewogen. Ze groeide op in het kroostrijke en relatief welstellende gezin van Lanouri Ben Aïssa Fakari en Ourida Violette bent Idir. Algerije was op dat moment nog Frans-Algerije. Het land was zich aan het losrukken van het koloniaal bewind: vanaf 1954 woedde de Algerijnse Onafhankelijkheidsoorlog, tot in 1962 de onafhankelijkheid werd uitgeroepen.
Op een bepaald moment werd zij als jonge vrouw verliefd en is ze getrouwd. Met wie? Dat kon ik niet achterhalen. Hier zijn geen staatsdocumenten over te vinden: ik ben dit te weten gekomen via vrienden van de familie, die het op hun beurt zijn verteld via de moskee. Dat zou betekenen dat het huwelijk alleen voor de imam plaatsvond, wat niet ongebruikelijk is binnen de Islam. In retrospect was dat huwelijk hetgeen dat de bal deed rollen. Er volgde immers een scheiding. Vandaag doet dit niet noodzakelijk wenkbrauwen fronsen, maar toen was het een regelrechte schande.
In Arabische documenten werd in het algemeen over ‘talaaq’ gesproken wanneer het over een scheiding gaat, wat letterlijk ‘verstoting’ betekent. Wanneer er sprake was van een naderende scheiding, was het normaal gezien eerst aan de familie om een bemiddelaar aan te stellen die de gemoederen kon bedaren. Pas wanneer dit niet werkte, ontbond de rechter het huwelijk. Er was een duidelijk verschil tussen mannen en vrouwen wanneer deze willen scheiden. Een man hoefde geen redenen te geven en kon het huwelijk langs zijn kant vrijwel onmiddellijk laten ontbinden. Daarbovenop had de man ook het recht de scheiding te herroepen zonder dat een rechter of de staat dat hoefde te registreren. Dit kon echter maar voor een bepaalde periode, de ‘idda’, tijdens dewelke de vrouw niet mocht hertrouwen. De grootste reden waarom het zo moeilijk was voor een vrouw om te scheiden, is omdat zij geacht werd de traditionele waarden en haar gezin te bewaken. De Franse bezetter moedigde de emancipatie van de vrouw aan. Dit leidde tot een tegenreactie bij de mannelijke onafhankelijkheidsstrijders; na de onafhankelijkheid werd de idee van de Islamitische staat zo ver doorgedreven dat de gelijkschakeling van de rechten tussen mannen en vrouwen nagenoeg volledig teniet werd gedaan.
Tweede echtgenoot gevolgd naar België
Mijn overgrootmoeder zocht in allerijl een nieuwe echtgenoot voor Fadila, in de hoop dat onze familie gespaard zou blijven van het eerverlies. Op 16 november 1966, een dikke week vóór haar 18de verjaardag, trad Fadila in de gemeente Bou Saâda in het huwelijk met Ahmed Boukhatem, een arme boer die in tegenstelling tot Fadila geen scholing had genoten en kon lezen noch schrijven. Het werd al snel duidelijk dat dit huwelijk allesbehalve rozengeur en maneschijn was. Het feit dat Ahmed zich niet goed in woorden kon uitdrukken tegenover Fadila leidde tot veel frustratie, en resulteerde geregeld in een handgemeen. De problematiek van migratie kan daarbij een verslechterende factor geweest zijn.
Al op het moment van hun huwelijk, zo kwam ik te weten, werkte Ahmed als gastarbeider in België: bij Fabelta, toen één van de grote namen in de Belgische textielindustrie. Fadila, die aanvankelijk inwoonde bij haar schoonouders in Bou Saâda, moest volgen: in 1969, hoogzwanger van haar tweede kind, kwam zij Ahmed vergezellen. Samen gingen ze wonen in de Bijloke in Gent. Naar het schijnt vond Fadila werk in een naaifabriek, om mee het gezin te ondersteunen. In totaal kregen zij zes kinderen, waaronder mijn mama. Hun kinderjaren brachten ze gedeeltelijk door in Algerije.
Alleenstaande moeder, los van religie
De huwelijksproblemen bleven aanhouden. In 1983, niet lang na de geboorte van hun jongste dochter, ging het echtpaar uit elkaar. Ahmed zou definitief terugkeren naar Algerije. Daar is hij met een tweede vrouw getrouwd, bij wie hij nog vijf kinderen verwekt heeft.
Fadila stond er in België alleen voor. In tegenstelling tot de tijd wanneer Ahmed nog aanwezig was, werden de kinderen nu vrijzinnig opgevoed, wat absoluut niet naar de zin was van de familie in Algerije, en wat haar blijvend zou worden verweten. Ik ben ervan overtuigd dat Fadila initieel het beste voor had met haar kinderen. Bekomend van twee gefaalde huwelijken, ver weg van haar familie en losgebroken van traditionele waarden, ging haar mentale gezondheid echter snel achteruit. Nu wordt gedacht dat ze aan een bipolaire stoornis leidde, maar dit is nooit vastgesteld. In elk geval kon ze niet meer voor haar kinderen zorgen en vergiftigde ze alle relaties in haar leven. Fadila was uiteindelijk maar een schim meer van de rebelse, eigenzinnige vrouw zoals ik haar ervaren heb via verhalen tijdens mijn onderzoek. Ten gevolge van een verslaving aan pijnstillers stierf Fadila op 17 maart 2000 alleen in haar appartement, op amper 52-jarige leeftijd. Het contact met drie van haar intussen volwassen kinderen was toen al helemaal verbroken.
Familiegeschiedenis kan helen
Als kleindochter heb ik het privilege gehad dit verhaal te delen vanop net genoeg afstand. De pijn van het verleden is mij bespaard. Mijn onderzoek, en het uitschrijven van deze tekst, was niet gemakkelijk, maar het proces was wel helend. Voor de kinderen van Fadila – mijn mama, tantes en nonkel – is dit een emotionele maar anderzijds ook rustgevende ontdekkingstocht geweest. De impact van een familiegeschiedenis is niet te onderschatten: soms pijnlijk, meestal verhelderend, en altijd verrijkend.
Auteur: Lisa Van Bockstaele. Lisa is de kleindochter van Fadila. De aanleiding om het verhaal van haar oma te achterhalen was een paper voor het vak Historische Praktijk I in haar opleiding Geschiedenis aan de Universiteit Gent.