Verhalen
Jong geleerd is oud gedaan: interview met jonge genealoge Nikky
Wat betekent het om als erfgoedvrijwilliger bezig te zijn met erfgoed? Op het jaarlijks congres van Familiekunde Vlaanderen leerden we Nikky kennen, een jonge genealoge. In dit interview vertelt ze ons over haar passie voor en haar ervaringen met stamboomonderzoek.
12 juni 2024
Dag Nikky, dankjewel om dit interview met ons te willen doen! Kan je jezelf even voorstellen?
Ik ben Nikky, 35 jaar en woon al mijn hele leven in Londerzeel Sint-Jozef. Ik werk voltijds als leefgroepbegeleidster voor volwassenen met een verstandelijke beperking. Ik ben heel leergierig en ben enorm gepassioneerd door alles wat met geschiedenis te maken heeft. Sinds een aantal jaren doe ik aan stamboomonderzoek. Vooral de menselijke interactie en sociale relaties intrigeren mij daarin.
Vanwaar komt je interesse in familiegeschiedenis?
In mijn vakantiejobs heb ik in woonzorgcentra en kinderdagverblijven sociale interacties in alle lagen van de bevolking kunnen observeren. Soms wordt bijvoorbeeld neerbuigend gedaan over bepaalde families: hoe komt het dat zij een bepaalde stempel krijgen, terwijl die in mijn ogen helemaal niet zo zijn? Daardoor ben ik mij gaan specialiseren in gedrag. Na mijn studies heb ik me verdiept in de zorg voor personen met een beperking. Als aandachtsbegeleider ben ik de brug tussen mijn werkgever, de bewoner en diens familie. Ik merk in mijn job dat familiebezoeken heilig zijn voor hen.
Ook persoonlijk vind ik familie enorm belangrijk. Een bloedband is iets heel unieks. Het is dan ook belangrijk om onze familiegeschiedenis te behouden en door te geven aan nieuwe generaties. Ik wil ook graag familietradities opnemen in mijn stamboomonderzoek. Waarom is er bijvoorbeeld altijd op mijn grootmoeder haar verjaardag een wafelenbak?
Komt die interesse voort uit een gedeelde passie voor familiegeschiedenis binnen je familie?
Ik ben degene die er uit mijn nieuwsgierigheid mee is begonnen, maar het leeft wel in de familie. Zeker mijn mama en grootmoeder zijn er heel geïnteresseerd in, ook omdat er dingen blijven bestaan. Het interieur van mijn grootouders is nog steeds hetzelfde als toen ik klein was, alleen de sanseveria’s zijn gegroeid (lacht).
Ik ben na schooltijd altijd opgevangen door mijn grootmoeder, in het ‘nieuwe’ huis naast de oude boerderij, het geboortehuis van mijn grootmoeder. Uit mijn stamboomonderzoek blijkt dat de boerderij nog eigendom van haar vader en zelfs grootvader is geweest, dus vol met historische waarde. Leonard en Joanna, mijn betovergrootouders dus, zijn zich komen vestigen in Londerzeel Sint-Jozef, op “D’aa” (op de heide) en hebben het dorp eigenlijk mee gesticht. Een groot deel van mijn stamboom woonde daar of in naburige gemeenten.
Hoe pak je je onderzoek aan?
Ik ben op een ietwat atypische manier begonnen aan genealogie, namelijk vanuit wat ik kon vinden bij mijn grootouders en in de archieven van de familie zelf, bijvoorbeeld foto’s, doodsprentjes, maar ook voorwerpen zoals een huwelijkscadeau. Ik probeer dan echte gesprekken met mijn grootmoeders aan te gaan, omdat ik nog niet alles over hen weet. Stamboomonderzoek helpt me daarbij. Je komt dingen te weten over het verleden, zoals typische karaktertrekken in de familie. Op den duur ga je zo een veel dieper gesprek aan dan het dagdagelijkse “hoe is ‘t?”. Online heb ik ook wat opgezocht maar wel met een kritisch oog, want daar staan soms schrijffouten in of verkeerd geïnterpreteerde data.
Heb je ook hulp gekregen van anderen of van een heemkundige kring?
Ik heb mijn stoute schoenen aangetrokken en een heb mail gestuurd naar de heemkundige kring hier in Londerzeel. Ik ben heel hartelijk ontvangen en snel geholpen met meer informatie over mijn familie, onder andere met foto’s en doodsprentjes. Die gedeelde passie tussen de heemkundige kring en mijn onderzoek vind ik heel belangrijk.
Het sociale aspect binnen de heemkring brengt het gesprek ook breder dan stamboomonderzoek alleen, het gaat bijvoorbeeld ook over de gebruiken van vroeger hier in de streek, én je brengt ook anderen op gang met wat je gevonden hebt. Heemkundige kringen zijn echt van onschatbare waarde. Het feit dat ze blijven voortbestaan ligt me nauw aan het hart.
Welke struikelblokken ervaar je voornamelijk in de zoektocht naar je familiegeschiedenis?
Er hangt soms taboe rond familiegeschiedenis, zoals over de katholieke kerk of jonge vrouwen die ongewenst zwanger werden. Als jonge genealoog moet je daar voorzichtig mee omgaan. Onze generatie is redelijk taboevrij opgevoed, wij spreken open over geaardheid en zijn kritisch over misbruik in de katholieke kerk... Maar dat is niet altijd zo geweest.
De leesbaarheid van aktes op internet is een ander struikelblok. De lage kwaliteit speelde me vaak parten, zeker in vergelijking met iets fysiek voor je zien. Het Latijn, Frans en Oudnederlands heb je ook serieus nodig. Maar ik heb geleerd om door te zetten en om hulp te vragen, want mensen zijn heel bereidwillig.
Ik begrijp waarom veel oudere mensen bezig zijn met hun stamboom. Je vindt iets en dat zet je op gang. Soms is het echt verslavend en ben je er tot in de late uurtjes mee bezig. Maar het is zo leuk om te doen.
Heb je ook een cursus of workshop gevolgd om je onder te dompelen in familiekunde?
Via de websites van Familiekunde Vlaanderen en Heemkunde Klein-Brabant heb ik een cursus dicht bij huis gevonden, waarvoor ik mij direct heb ingeschreven. Dat heeft mij heel fel op weg geholpen en heeft er ook voor gezorgd dat ik het ondertussen professioneler aanpak. Je krijgt de kneepjes van het vak van kenners mee, je hebt veel meer bronnen, je leert officiële sites kennen... En je leert mensen kennen die er ook mee bezig zijn. Op je eentje kom je toch wat pijnpunten tegen of kan je iets historisch niet plaatsen, maar zo’n cursus helpt je daarbij. Ik vind dat jonge genealogen ook echt zo’n cursus moeten volgen! Je voelt je veel meer voorbereid. Het is echt een aanrader voor iedereen.
Ik vind ook dat die focus terug in het onderwijs moet komen. Voor jongeren is het belangrijk te weten wie ze zijn en waar ze vandaan komen, wat hun ouders en grootouders hebben meegemaakt... Dat is belangrijk voor hun zelfvertrouwen en leert je veel over sociale relaties.
"Ik vind dat jonge genealogen ook echt een cursus moeten volgen! Je voelt je veel meer voorbereid. Het is een aanrader voor iedereen."
Veel mensen hebben interesse in familiegeschiedenis, maar beginnen er pas aan als ze meer tijd hebben, bijvoorbeeld tijdens hun pensioen. In die zin trek jij de gemiddelde leeftijd naar beneden. Hoe kijk jij hiernaar?
Daar voel ik mij niet geïntimideerd door. Als iets mijn interesse wekt, ga ik er voor de volle 100% voor! Ik vind het heel fijn om over stamboomonderzoek te kunnen babbelen met mensen, maar of dat nu oudere of jongere mensen zijn, dat maakt echt niet uit. Alle kennis is welkom, jong of oud. Mensen hebben nood aan connectie. Er zijn veel eenzame mensen.Voor hen is genealogie een manier om buiten te komen, mensen te leren kennen en iets te doen met hun passie.
Tot welke verrassende inzichten ben je gekomen in je eigen stamboom?
Veel gezinnen in mijn stamboom tellen 8 tot 11 kinderen en woonden allemaal in een klein boerderijtje. Dat maakt je wel nederig als je zaagt over je eigen slaapkamer! Dat is een fulltime job, en daarnaast waren ze nog landbouwer. Voor mij lijkt dat een onmogelijke taak.
Al mijn voorouders in rechte lijn zijn ouder dan 90 geworden. Zelf heb ik nog de tante van mijn grootmoeder gekend, die 104 is geworden, toen ik op mijn 18de in het rusthuis werkte. Ze was blind en minder mobiel, maar aan mijn handen en stem kon ze voelen en horen dat ik een echte ‘Janssens’ was. Dat is heel fijn en zeldzaam om mee te maken. Ze zeggen altijd ‘ge zijt van een goeie tak’, wel ik hoop het! Het zou fijn zijn om ook gezond oud te mogen worden.
Je vertelde dat je in je job ook bezig bent met levensboeken van leefgroepbewoners. Kan je daar iets meer over vertellen?
Dat is iets typisch voor de sociale sector. Mensen met een beperking hebben vaak herinneringen in hun hoofd, maar ze kunnen dat niet altijd vertellen. Dan is een levensboek iets heel unieks. We maken dat samen met hen. Dat gaat over alle facetten van hun leven, met foto’s en verhalen, bijvoorbeeld wat ze vroeger of nu belangrijk vinden, onderwijs- en zorginstellingen en het huis waarin ze gewoond hebben. We zoeken dan uit of die school of zorginstelling nog bestaat en proberen ze nog eens te bezoeken. Misschien zijn er nog mensen aanwezig die er tegelijkertijd met de bewoner hebben verbleven. Stambomen kunnen daar ook een plaats in krijgen, vooral de directe familie omdat dat belangrijke figuren zijn in hun leven.
"Elke familie en geschiedenis is uniek. Het moet vooral fun zijn en een ontdekking zijn naar jezelf en naar de familie."
Heb je tips voor andere jonge of beginnende genealogen?
Eerst en vooral: leg je gsm weg als je familie gaat bezoeken en praat echt met elkaar. Laat familie zelf vertellen, reik voorwerpen en onderwerpen aan. Controleer je bronnen en archiveer alles op de juiste manier. De eerste 100 jaar vallen onder de privacy: hou daar rekening mee.
Laat je niet tegenhouden als je iets niet begrijpt. Volg cursussen, ga naar congressen. Ik ben onlangs naar het congres van Familiekunde Vlaanderen over justitie- en gevangenisarchieven geweest, en ik heb daar ook veel bijgeleerd. Hoe meer jonge genealogen daar aanwezig zijn, hoe meer we het gevoel hebben niet in de minderheid te zijn én dan gaat de overheid daar ook meer in investeren.
Hoe meer je rond familiegeschiedenis gaat werken, hoe meer respect je krijgt voor wat mensen hebben meegemaakt en wat er in de geschiedenis allemaal gebeurd is. We moeten leren uit fouten van het verleden en kritisch blijven nadenken, zodat de wereld positief evolueert.
Voor de rest: doe je ding! Ik ken mensen die hun stamboom uittekenen enkel en alleen door vastgoed op te zoeken. Je bent vrij om het te doen zoals je zelf wil. Elke familie en geschiedenis is uniek. Ga uit van de sterkte van die uniekheid. Probeer, zoek uit, wees creatief... Het moet vooral fun zijn en een ontdekking zijn naar jezelf en naar de familie.
Bedankt voor het inspirerende gesprek, Nikky. Veel succes met je stamboomonderzoek!
Auteur: Histories