Seizoensarbeider Cyriel in de ast

Vele duizenden Belgen waren ooit aan de slag als seizoensarbeider, maar het is niet altijd gemakkelijk om hun leven en werk te reconstrueren. Eén van hen was Cyriel Thiers (°1903). Hij werkte meer dan 45 jaar – van 1919 tot en met 1965 – een seizoen lang in een cichorei-ast in de Pas-de-Calais, in het Noorden van Frankrijk. Voor dit zware werk werd hij op het einde van zijn carrière beloond met de titel van laureaat van de arbeid.

De jeugd in Hooglede

Cyriel Thiers werd geboren op 25 mei 1903, te Hooglede in West-Vlaanderen. Hij was het eerste kind van Henri Thiers en Flavie Demeyere. Na hun huwelijk hadden zij zich in een boerderijtje gevestigd dat voordien eigendom was van de ouders van Henri. Naast landbouw voorzag die in zijn onderhoud als “kleingebruiker”. Dit betekent dat hij zich voor allerlei werk liet inhuren, als een soort van interim. In 1906 overleed Henri op 47-jarige leeftijd, aan de gevolgen van een borstvliesontsteking. Flavie hertrouwde in 1908 met Henri Maselis. Dit koppel kreeg nog vijf kinderen. Het was in dit kroostrijk gezin dat Cyriel opgroeide.

Cyriel ging tot de leeftijd van elf jaar naar de katholieke basisschool in Hooglede. Terwijl hij nog naar school ging, werkte hij al bij een plaatselijke landbouwer, als koeienwachter. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwamen de 11-jarige Cyriel en zijn familie in Wiekvorst in de Kempen terecht, maar na de oorlog keerden zij al snel naar Hooglede terug. Cyriel ging de daaropvolgende jaren vaak met zijn stiefvader mee naar de frontstreek om er koper te zoeken, dat ze dan verkochten. Hij keerde niet terug naar school, maar begon aan 16 jaar te werken in het noorden van Frankrijk als seizoenarbeider.

Seizoensarbeid in Noord-Frankrijk

Terwijl grensarbeiders het hele jaar door werken in industriële centra over de Belgische grens, doen seizoenarbeiders dit slechts enkele maanden per jaar. De West-Vlaamse grensarbeid in Noord-Frankrijk ontstond halverwege de 19de eeuw. In de periode 1846-48 deed er zich in Vlaanderen een crisis voor in zowel de landbouw als de ambachtelijke huisnijverheid. In Noord-Frankrijk daarentegen, in het Département du Nord en in de Pas de Calais, groeide de industrie sterk aan en was de nood aan arbeidskrachten hoog.

Veel landbouwgezinnen weken in de loop der jaren definitief uit naar Noord-Frankrijk, om de ellende van het platteland te ontvluchten. Huisvesting vinden was er echter niet gemakkelijk, en dus verhuisden vele Vlamingen in de periode 1890-1910 naar Belgische gemeenten in de grensregio, zoals Menen en Moeskroen. Van daaruit pendelden ze iedere werkdag naar Franse industriecentra als Tourcoing, Roubaix en Halluin. Zo konden de arbeiders genieten van de hoge Franse lonen en de lage Belgische levenskost. Pendelen werd sterk bevorderd door de opkomst van treinabonnementen, en na de Eerste Wereldoorlog nam het aantal grensarbeiders verder toe door de opkomst van het busverkeer.

Vieille Eglise
Postkaart van een cichorei-ast in Vieille-Église in de Pas-de-Calais. Foto: gemeente Lichtervelde.

Het leven… in den ast

Het was in die periode dus dat ook Cyriel met seizoensarbeid begon. Vanaf 1919 tot en met zijn pensioen in 1965 werkte hij elk jaar van eind september tot eind december als ‘asteman’ in het bedrijf Ets Mekerke: één van de cichorei-asten in het dorpje Sainte-Marie-Kerque, in de Pas-de-Calais. Cichorei is een goedkopere koffievervanger, gemaakt van de geroosterde wortelen van de gelijknamige plant. In het najaar vond in de asten het droogseizoen plaats en was er een grote nood aan losse werkkrachten. Vele mannen trokken dan ‘over de schreve’. Ook de stiefvader en enkele halfbroers van Cyriel werkten als seizoensarbeider in cichorei-asten in Noord-Frankrijk.

Cyriel bereikte Sainte-Marie-Kerque door eerst te fietsen naar de Franse stad Tourcoing en daar de trein te nemen. Gedurende die enkele maanden verbleef hij dan samen met een collega in de buurt, in een oude boerderij die eigendom was van het bedrijf. De eigenaar en patron, Marcel Mekerke, was volgens de familieoverlevering afkomstig uit Roeselare en dus zelf één van de vele West-Vlamingen die naar Frankrijk was getrokken. Cyriel zou familie van deze Marcel gekend hebben, dus mogelijk kwam hij op die manier bij deze ast terecht. Werken in een ast betekende zwoegen. Schrijver Stijn Streuvels beschreef dit harde labeur magistraal in zijn kortverhaal Het leven en de dood in den ast (1926).

In de wintermaanden die op de seizoensarbeid volgden, ging Cyriel stempelen. In de lente werkte hij in een steenhoeve in de buurt van Hooglede, waar bakstenen werden gemaakt uit klei. Tijdens de zomermaanden hielp hij vaak bij het herstellen van wegen. Net zoals iedereen in de familie Thiers was hij daarnaast ook een “keuterboer”: hij bewerkte een klein stukje grond dat hij in bezit had.

Sainte-Marie-Kerque
De cichorei-ast van Mekerke in Sainte-Marie-Kerque vandaag. Foto: Google Maps.

Seizoensarbeid geëerd en herinnerd

In de loop van de jaren was de grensarbeid aan veranderingen onderhevig. In de 20ste eeuw werden verschillende akkoorden gesloten tussen de Belgische en Franse overheid betreffende de grensarbeid, zoals de invoering van de grensarbeiderskaart. Door de bescherming van de Franse arbeidsmarkt, mede naar aanleiding van de economische crisis van de jaren 1930, daalde het aantal Belgische grensarbeiders. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het aantal grensarbeiders laag, al herstelde dit zich vrij snel na de oorlog. In 1949 sloten de Belgische en Franse overheid een akkoord omtrent het statuut van de grensarbeider, waardoor die meer financiële zekerheid verkreeg. De decennia daarna ondervond het grensarbeidersverkeer grote schommelingen. Onder andere door groeiende werkgelegenheid in West-Vlaanderen, was er in de jaren 1960 een sterke terugloop. Toch waren er in 1965 nog een 28.000 Belgen werkzaam in het Noorden van Frankrijk als seizoensarbeiders, waarvan 17.500 West-Vlamingen.

Net dan, in 1965, ging Cyriel met pensioen. In 1966 verleende koning Boudewijn hem op voorstel van de ministers van Middenstand, van Tewerkstelling en Arbeid, en van Economische Zaken de titel van ‘laureaat van de arbeid’, met een bronzen erekenteken. Deze werd hem overhandigd tijdens een vergadering van het Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV) in Hooglede. In de verzameling van zijn dochter Iréne Thiers herinneren het diploma en het ingekaderde kenteken nog steeds aan de vele jaren van zwaar werk die Cyriel leverde.

Auteur: Astrid Pype. Astrid is de achterkleindochter van Cyriel Thiers. Deze tekst is een herwerkte versie van de paper die zij schreef als student Geschiedenis aan de UGent.

Meer weten? Klik hier voor het hoofdstuk “Migratie naar Frankrijk” in ons themadossier Vlaamse migratie. Bezoek hier de website van het erfgoedproject over seizoensarbeid in de asten van Noord-Frankrijk, opgemaakt door de gemeente Lichtervelde en de Franse Communauté de Communes de la Région d’Audruicq (CCRA).

Welk verhaal heeft jouw familie te vertellen?

Ga op zoek naar jouw familiegeschiedenis aan de hand van ons stappenplan
en ontdek de spannende verhalen van jouw voorouders.

Download hier onze toolkit!