Tumult op het jubilee van Engel

De ‘foto van het Jubilee’ (fig. 1), zoals ze bij ons bekend staat, is een pronkstukje in ons familiearchief. Ze dateert van 1907. Met uitzondering van enkele doodsbedfoto’s van het einde van de 19de eeuw is het onze oudste familiefoto. Ze vormt het enige fotografische bewijs voor vele familieleden die we anders alleen bij naam zouden kennen, zoals voor Eugeen Defloor (“Klein Eugènetje”). Hij zou zich bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog opgeven als vrijwilliger bij het leger, om al in de eerste maanden te sneuvelen, op 21-jarige leeftijd. Een uitvergroting van de jubileefoto diende na de oorlog als bidprentje. De groepsfoto is dus een unieke getuige van deze familietak, des te meer omdat wij weten dat er achter de formele poses en uitgestreken gezichten sluimerende familiale spanningen schuilgingen.

Foto van het jubilee
Fig. 1: foto van het jubilee van Engelbert Defloor, 1907. Privécollectie.

57 jaar trouwe dienst in de borstelmakerij

Engelbertus-Josephus Defloor (1839-1918) troont als een patriarch te midden van zijn afstammelingen en schoonkinderen. Het jubilee of jubelfeest vond plaats ter gelegenheid van zijn 50 jaar trouwe dienst bij de borstelmakerij Houley-Van Heetvelde. Dit bedrijf, gesticht in 1845, was toen gelegen in de Babylonestraat (rue Babylone) te Oostende: een straat die verdween bij de bouw van het Koninklijk Lyceum, toen de borstelmakerij werd onteigend en elders een nieuw onderkomen vond. Vader Engel was er beginnen werken in 1857, toen hij zo’n 18 jaar oud was. Als weeskind (zijn alleenstaande moeder Catharina was al in 1852 overleden) was hij uitgeweken vanuit het Gistelse, op zoek naar een nieuwe thuis. Dat vond hij in Oostende. Hij zou in totaal 57 jaar werken bij Houley, tot het begin van de Groote Oorlog, toen hij al vooraan de 70 jaar oud was. Het Oostendse weekblad De Duinengalm noemde dat terecht “een zeldzaamheid”. Vader Engel was er naar het schijnt houtbewerker, en schopte het tot meesterknecht of contremaître. Hij kon het duidelijk goed vinden met zijn werkgever Louis Houley – de jubileefoto was zelfs jarenlang in het bezit van de familie Houley – evenals met zijn collega’s. Op een andere bewaarde foto (fig. 2) klinkt Vader Engel op een terrasje met o.a. Frans Vandevelde, die langs Houley gepasseerd was als meestergast en in 1906 zijn eigen zaak had opgestart. De Drogisterij Vandevelde wordt vandaag nog door zijn nazaten uitgebaat.

Op de foto van het jubilee is Vader Engel uitgedost met zijn verkregen onderscheidingen. De twee kleinere op de borst zijn te herkennen als de arbeidseretekens van 2de en van 1ste klasse (links en rechts respectievelijk). Een werkgever kon die toekennen aan een voortreffelijke werknemer. Dat was een hele eer, en het weekblad De Duinengalm berichtte daarover. De grote medaille om de hals is moeilijker te identificeren, maar moet logischerwijze toegekend zijn als blijk van 50 jaar trouwe dienst.

Terrasje
Fig. 2: Engelbert Defloor (midden) op het terras van het café Sint Sebastiaan, op het huidige Marie-Joséplein in Oostende. Uiterst links zit de collega-borstelmaker Frans (François) Vandevelde. Privécollectie.

De sociale ladder

Op het jubilee genoot de familie eerst samen een feestmaal om daarna in een “lichtdrukmaal” of foto vereeuwigd te worden. De maaltijd werd grotendeels betaald door de zonen van Vader Engel die in goede doen verkeerden: zeker door Robert en wellicht ook door Henri en Theofiel. Robert, de tweede van links naast Engel, was secretaris-zaakvoerder bij de reder-scheepsbouwer Auguste Hamman. Henri (op de foto centraal boven zijn vader) en zijn broer Theofiel (aan de rechterzijde van Henri) werkten beiden bij de Posterijen. Theofiel was eerstaanwezend postmeester van het hoofdkantoor te Oostende, en Henri schopte het tot Inspecteur bij de PTT (Post, Telegraaf en Telefoon). Henri en Theofiel waren beiden primus geweest in de broederschool (de parochiale jongensschool Sint-Jozef). Daardoor hadden zij de eer genoten om – als de eerste van de Defloors! – verder te kunnen studeren aan het Onze-Lieve-Vrouwecollege. De geleidelijke maatschappelijke klim van de familie was een zaak van grote trots, ook voor de komende generatie. Fernand, de zoon van Henri, stelde later nog dat de Defloors het voor “nazaten van een bezembinder” niet slecht deden.

Arthur, de oudste zoon van Engel, die gezeten is aan zijn linkerzijde, kwam er minder goed van af. Onder de kinderen van Engel keek men een beetje neer op hem en op zijn gezin. Wij – zijn nazaten – herinneren hem als een uiterst sympathieke, zachtaardig mens, maar hij had ook zijn gebreken. Van zijn vader kreeg hij een voorliefde voor houtbewerking mee: hij werd timmerman, en schopte het tot zelfstandig timmermansbaas. Op een gegeven moment echter, dat we niet meer precies kunnen achterhalen, had hij de gewoonte om zijn geld te verdrinken. Door zijn toedoen verviel zijn jonge gezin in armoede; het kantelpunt vond vermoedelijk plaats rond de tijd van het jubelfeest. Arthur gleed af tot werkman, die over weinig of zelfs geen vast werk beschikte.

De zorgen moeten groot geweest zijn. Zo erg was het dat Arthur, zijn vrouw Mathilde Dufait (op de foto uiterst links op de eerste rij) en hun acht kinderen moesten opgevangen worden door een nicht van Mathilde en diens echtgenoot: het echtpaar Clara Beheyt en Pierre (“Pier”) Goetghebeur. De twee verhuurden de bovenverdieping van hun huis in de Fortuinstraat, in het volkskwartier Hazegras. Bovendien namen zij de zoon Eugeen aan als schildersgast in opleiding en lieten zij de dochter Maria wat bijverdienen als kindermeisje voor hun zoontje. Tot 1911 woonde het gezin daar, toen de oudste zoon Emiel het inkomen kon aanvullen en Arthur en Mathilde met hun kinderen naar een eigen woning konden verhuizen.

De spanningen barsten los

Arthur moet op het moment van het jubilee dus geen goede pers hebben gehad in de familie. Hij had zijn geringe aanzien zelfs nog overschat. Hij was zo onvoorzichtig om tijdens het maal de tafels rond te gaan en te vragen of zijn kinderen nog eens met soep bediend konden worden. Volgens de overlevering binnen onze familie was dat vooral voor de zussen van Arthur de laatste druppel: voor Marina, die non was (op de foto gezeten naast Vader Engel), Coesaria (gezeten naast Marina) en Emma (uiterst rechts op de eerste rij). De dochters van Arthur kenden hen respectievelijk de bijnamen “het Santje,” “Het groot verdriet” en “Het klein verdriet” toe. Luid genoeg dat zijn gezin het horen kon, sisten de zussen Arthur toe: “Pak het al! … Pak het al! … Pak het al voe je joengers (= kinderen)!”

De spanningen zetten zich voort na de maaltijd. Bij de opstelling voor de foto, een serieuze bedoening in een duidelijk professionele studio, kwamen de rancunes opnieuw tot uiting. Het gaf nu aanstoot dat Arthurs vrouw Mathilde op de eerste rij zat, want volgens de ongeschreven regels zou zij als schoondochter vrede moeten nemen met een minder prominente plaats. In een al moeilijke periode voor het gezin van Arthur kwam dat alles hard aan. Het werd nooit vergeten. De dochters van Arthur konden een halve eeuw later nog geanimeerd vertellen over de doorstane vernederingen.

Een groot document

Een foto zegt meer dan duizend woorden, zo gaat het gezegde, maar in dit geval komt ze tot leven door het verhaal errond. Voor mijn grootvader Daniël – het kleinkind van Arthur en Mathilde, en degene die het verhaal in 1989 optekende in zijn familiekroniek – was het al bij al een jammere zaak. De foto van het jubilee is “een groot document, maar dan wel van menselijke kleinheid,” concludeerde hij. Net dat maakt het jubilee vandaag, meer dan een eeuw later, zo fascinerend. De anders onbekende figuren worden er van vlees en bloed, die liefhadden maar ook ruzieden, voor wie een zaak zoals maatschappelijke standing tot schaamte en onenigheid kon leiden--en die ondanks alle wrevel op het einde van de dag toch plaatsnamen naast elkaar, zij aan zij. Herkenbaar, toch?

Auteur: Thijs Dekeukeleire. Engel is de oudvader van Thijs, Arthur zijn betovergrootvader en Daniël zijn grootvader. Het verhaal van de jubileefoto is één van de ontelbare verhalen die Daniël met grote zorg bundelde in zijn familiekroniek.

Welk verhaal heeft jouw familie te vertellen?

Ga op zoek naar jouw familiegeschiedenis aan de hand van ons stappenplan
en ontdek de spannende verhalen van jouw voorouders.

Download hier onze toolkit!