Postkaart

Periode

Ca. 1889-heden (voor zichtkaarten)

Bewaarplaats

Naast het familiearchief bevinden postkaarten zich ook in beeldbanken, o.a. van universiteitsbibliotheken, archieven, steden en gemeenten, alsook in de collecties van lokale erfgoedinstellingen en heemkringen. Oude (en recente) postkaarten worden te koop aangeboden op commerciële websites, waarvan de bekendste Delcampe is.

Hoe te raadplegen?

Geen beperkingen. Helaas zijn prentbriefkaarten of postkaarten bij digitaliseringsinitiatieven de voorbije jaren vaak enkelzijdig ingescand. Vroeger werden ze soms op kartons gekleefd – zowel in privéverzamelingen als in archieven – waardoor ook hier de achterzijde verborgen blijft. Daarom kan het de moeite lonen om gedigitaliseerde prentzichtkaarten ter plaatse aan te vragen ter inzage, om ook de ommezijde te kunnen bekijken.

Gegevens

Indien bewaard in het familiearchief en verstuurd door en/of naar familieleden, maakt de postkaart het mogelijk om een boodschap en/of een adres te linken aan een datum. Een eventuele boodschap geeft je een inkijk in het intieme leven van jouw voorouders en de relaties tussen familieleden. De beelden op postkaarten kunnen uiteenlopende informatie verstrekken. Zelfs portretfoto’s bijvoorbeeld konden als postkaart worden uitgegeven. Toch toont naar schatting 90 % van de geproduceerde postkaarten topografische zichten op steden en landschappen. Vooral voor een lokale geschiedenis zijn postkaarten dus onmisbaar, en zo kunnen zij ook relevante plaatsen voor jouw familiegeschiedenis tot leven wekken.

De letterlijke “postkaart” – een kaart met geschreven tekst op de ene zijde en het adres van de bestemmeling en de postzegel op de andere – bestaat sinds 1869. In België wordt deze officiële briefkaart onder de noemer “carte correspondance” gedrukt, met o.a. het wapen van België. Dit communicatiemiddel was de helft goedkoper dan een gesloten briefomslag: in België slechts 5 cent. Vanaf de jaren 1880 verschijnt ook beeld, aanvankelijk op de zijde van de boodschap en in de vorm van vignetten. De ‘Libonis’-postkaarten met zichten op de Eiffeltoren, verzonden vanop de wereldtentoonstelling in 1889, betekenen de echte doorbraak van de geïllustreerde postkaart. We spreken dan van prentbriefkaarten of ansichtkaarten. De periode 1900-1914 wordt gezien als de “gouden eeuw” van de postkaart, maar ook na de Eerste Wereldoorlog bleef de kaart een alomtegenwoordig fenomeen. Naast een goedkoop massacommunicatiemiddel was de postkaart van meet af aan een verzamelobject. Al voor de eeuwwisseling werden tijdschriften, tentoonstellingen en ruilbeurzen op poten gezet.

Postkaarten werden aanvankelijk vervaardigd uit drie laagjes samengekleefd papier. Foto’s werden gereproduceerd via de fototypie: een lichtdrukproces. Inkleuring gebeurde via chromolithografie of met handgeschilderde gouache of aquarel, al dan niet met behulp van stencils.

Let op

  • Vaak is het woord “postkaart” of “carte postale” op de ongesplitste achterzijde doorstreept en vervangen door een handgeschreven “drukwerk” of “imprimé”. Deze “drukwerk”-regel hield in dat een lager tarief (1 cent binnenland, 5 cent buitenland) gold indien de afzender enkel naam, adres en datum op de voorzijde van de kaart schreef. Het normale tarief – voor wie meer tekst schreef – bedroeg respectievelijk 5 en 10 cent.
  • Heel wat handgeschreven communicatie op de (vroege) postkaarten handelt louter over collecties. Dat een familielid correspondeerde met een dame uit bijvoorbeeld Roemenië of Spanje betekent niet noodzakelijk dat die daar een vriendin had. Vaak wisselden verzamelaars zonder meer kaarten uit. Voor velen gold: een verzamelde postkaart was pas waardevol wanneer ze was verstuurd.
  • Verkleurde hoekjes wijzen op een verzamelalbum, waarin heel wat verzamelaars hun kaarten bewaarden. (Een smal doosje was een andere populaire opbergmethode.)
  • De geschreven tekst heeft vaak niks te maken met het beeld, en bevat bijvoorbeeld praktische mededelingen en afspraken. Postkaarten waren namelijk goedkoper dan brieven en werden daarom voor veel meer gebruikt.
  • Wanneer een postkaart beschreven of volgeschreven is aan de adreszijde, zonder dat daar een adres of (sporen van) een postzegel of -stempel te zien zijn, werd deze waarschijnlijk in gesloten enveloppe verstuurd, soms om het beeld niet te beschadigen.
  • Hou er rekening mee dat de datum van verzending sterk kan verschillen van de datum waarop de postkaart werd geproduceerd en van de datum waarop de gereproduceerde foto is genomen. Met andere woorden: een zicht (huizen, straten, percelen…) kan al gewijzigd zijn op het moment dat de postkaart in productie is gebracht of verstuurd is.

Tips

Hoe moet je een prentbriefkaart dateren? Dat kan op verschillende wijzen:

  • Op basis van de poststempel. Vaak zijn er twee stempels: één voor de plaats van afgifte en één voor de plaats van ontvangst. Zo’n poststempel bevat dus ook een locatie. Deze stempel geeft je een einddatum, maar zoals gezegd, kan de kaart zelf en het geproduceerde zicht ouder zijn. Op commerciële websites kan je op zoek gaan naar andere verstuurde exemplaren van de kaart. Zo vind je misschien vroeger verstuurd exemplaren.
  • Op basis van het uitzicht. Als stelregel geldt: kaarten waarbij gebouwen of zichten als vignet – dat wil zeggen “uitgeknipt” – zijn weergegeven, zijn vaak vroeg te dateren, rond of voor 1900.
  • Op basis van de adreszijde. Vaak is de postzegel van een bewaarde postkaart gehaald en apart bewaard, geruild… Is de adreszijde al dan niet gesplitst, dan heb je een indicatie. In 1902 werd in Groot-Brittannië de “gesplitste achterzijde” ingevoerd: voortaan kon op de ene zijde naast het adres ook de handgeschreven tekst staan. Na onder meer Frankrijk (eind 1903) werd dit systeem in België aanvaard vanaf 1 september 1905.
  • Meer weten?

    • Delcampe is één van de belangrijkste postkaartverzamelwebsites wereldwijd. Je kan er ook reeds verhandelde postkaarten uit het archief terugvinden. Ook op het Duitse Akpool vind je een grote verzameling prentbriefkaarten uit heel Europa.
    • De collectie van de Boekentoren van de UGent bevat een deelcollectie Prentbriefkaarten, bestaande uit ca. 7000 stuks waarvan al ca. 5000 beschreven. De collectie prentbriefkaarten kan online en/of fysiek geraadpleegd worden.
    • Devogelaere, Antoon, Het leven in kaart gebracht. Aalst: Antoon Devogelaere, 2002. > Met een heleboel voorbeelden, vooral van niet-zichtkaarten.
    • Luyten, Sarah. Handleiding: Digitaliseren en ontsluiten van prenten- en fotocollecties. Leuven: CAG, 2012. (Klik hier voor de pdf.)
    • Mirandola, Claude en Mirandola, Christiane. Photographie et Cartes Postales: Les Frères Nels 1898-1913. Thionville: Gerard Klopp, 2013. > Over de belangrijke Belgische producent Nels.
    • Diverse lokale boekjes en uitgaven, vaak met een topografische focus: "hoe het vroeger was".
    • Op Nostalgeo kan je oude postkaarten en foto’s bekijken in combinatie met het straatzicht van vandaag. Je kan ook eigen postkaarten of foto’s van straatzichten toevoegen.

Auteur: Stefan Huygebaert (Universiteit Gent)

Welk verhaal heeft jouw familie te vertellen?

Ga op zoek naar jouw familiegeschiedenis aan de hand van ons stappenplan
en ontdek de spannende verhalen van jouw voorouders.

Download hier onze toolkit!