Bevolkingsregister

Periode

De registers beginnen officieel vanaf 1 januari 1847 en zijn dan ongeveer tienjaarlijks: er werden verder nieuwe registers aangelegd in 1856, 1866, 1876, 1880, 1890, 1900, 1910, 1920, 1930, 1947, 1961, 1970, 1981 en 1991. Hierna worden de adres- en bevolkingsgegevens digitaal beheerd via een centrale databank: het Rijksregister.

Bewaarplaats

Registers jonger dan 120 jaar worden doorgaans bewaard in het gemeente- of stadsarchief of bij de administratieve diensten van gemeenten of steden. Bevolkingsregisters ouder dan 120 jaar bevinden zich doorgaans in een stads- of Rijksarchief. Er zijn uitzonderingen mogelijk, dus je doet het best navraag bij de gemeente of stad waarvan je de bevolkingsregisters wil raadplegen. 

Meer en meer stads- en gemeentearchieven bieden hun bevolkingsregisters ook digitaal aan. Ook op FamilySearch kun je vaak bevolkingsregisters digitaal terugvinden. Zie sectie Links > Databanken en archieven.

Raadplegen

  • Registers ouder dan 120 jaar zijn vrij raadpleegbaar.
  • Registers jonger dan 120 jaar kunnen in principe voor genealogisch onderzoek geraadpleegd worden, via een administratieve procedure bij de gemeente of stad (zoals bepaald in het KB van 5 januari 2014).

Gegevens

De bevolkingsregisters zijn tienjaarlijkse registers, gegroeid uit de volkstellingen. Het oudste register kwam tot stand op basis van de volkstelling van 1846. Vanaf 1880 werden ze om de tien jaar opgesteld. Bevolkingsregisters zijn een dynamische bron: ook veranderingen doorheen de tijd werden erin opgetekend.

Bevolkingsregisters worden geordend per wijk, straat en nummer. De registers bevatten per huis de naam, voornamen, geslacht, geboorteplaats en -datum van alle inwoners van het huis. De registers vermelden eveneens de verwantschap met het gezinshoofd, de nationaliteit, het beroep, de burgerlijke staat en de datum van in- en uitschrijving in de gemeente. Vaak vind je er ook gegevens over de vorige en volgende verblijfplaats, informatie over militieplicht of een verwijzing naar de identiteitskaart (vanaf 1919 gold die identiteitskaart als bewijs van inschrijving in het bevolkingsregister). Vanaf 1866 kan je er soms een verwijzing naar de doodsoorzaak terugvinden.

Let op

  • In 1940 werd geen telling uitgevoerd door de oorlog. In 1948 vond wel een telling plaats. Vanaf 1960 gaat de reeks opnieuw verder.
  • Niet alle registers zijn even bruikbaar. De volledigheid en correctheid ervan was afhankelijk van de ijver van de betrokken ambtenaar. Leeftijden bijvoorbeeld zijn soms fout. Een controle met de akten van de burgerlijke stand blijft dus absoluut noodzakelijk.
  • Beroepsgegevens blijven soms vaag. Bovendien werden niet alle beroepsbezigheden opgetekend, maar werd enkel het belangrijkste beroep geregistreerd.

Tips

  • Je zoekt het best eerst in de alfabetische index op de hoofdregisters om het gezochte gezin in het hoofdregister terug te vinden.
  • Het bevolkingsregister is een zeer handige bron om het hele gezin te reconstrueren!
  • Bevolkingsregisters laten toe de evolutie van de samenstelling van het huishouden en het beroepsleven in kaart te brengen. Met de bron kan je ook eventuele kinderarbeid in het gezin traceren.
  • Bevolkingsregisters zijn een van de weinige bronnen die ons inlichten over verhuisbewegingen en emigratie. Voor personen die verhuisden naar het buitenland is het dé bron bij uitstek.

Welk verhaal heeft jouw familie te vertellen?

Ga op zoek naar jouw familiegeschiedenis aan de hand van ons stappenplan
en ontdek de spannende verhalen van jouw voorouders.

Download hier onze toolkit!