Een Vlaming in Guatemala

Aan het einde van de 19de eeuw scheepte Maurice van Zantvoorde (1869-1914) als avonturier naar Guatemala. Wat bedoeld was als een tijdelijke reis, werd een nieuw leven in Centraal-Amerika. Maurice huwde er met Angela Aldana, en samen kreeg het koppel twee kinderen. Benieuwd hoe een Vlaming daar terechtkwam en hoe zijn gezin het stelde? Kom het hier te weten.

Een prominente Gentse familie

Maurice Alfred Edmond Marie Ghislaine van Zantvoorde werd op 25 oktober 1869 geboren in de Holstraat te Gent als afstammeling van een familie met wortels op de grens van Oost- en West-Vlaanderen. De oorsprong van de familie van Zantvoorde ligt in Roeselare. De eerste persoon met de naam van Zantvoorde die we tegenkomen in historische bronnen is Jan I van Zantvoorde, Heer van ten Bruwane. Later verhuisden de voorouders van Maurice naar Tielt, waar heel wat generaties van Zantvoorde’s het licht zagen. Het eerste familielid dat in Tielt geboren werd, was Guilielmus van Zantvoorde, heer van Crommendycke, geboren in 1643 en overleden in 1717.

Theophilus van Zantvoorde (1816-1871) was net zoals diens vader en grootvader raadsman. Tijdens zijn jeugdjaren verhuisde hij van Tielt naar Gent, waar hij zijn studies voltooide aan L’Athénée Royal. Hij werd in 1847 als lid toegelaten tot de Gentse Sint-Jorisgilde. In 1854 huwde hij in Antwerpen met Virginie Isabelle De Smet. Het koppel vestigde zich in Gent, waar Theophilus hoofdzakelijk actief was als raadsman. Zijn kantoor bevond zich in de buurt van de Beestenmarkt. Hij was eveneens verbonden aan het Gentse Hof van Beroep.

Theophilus had minstens drie zonen, die allemaal in Gent geboren werden: Albertus Joannes Edmondus Gislenus (geboren in 1855), Georgius Henricus Gislenus (die geboren werd in 1856, maar die al een jaar later overleed), en tenslotte Maurice, de hoofdpersoon van dit verhaal.

Maurice verloor zijn vader wanneer hij slechts twee jaar oud was, aangezien Theophilus reeds op 55-jarige leeftijd overleed. Maurice werd dus enkel door zijn moeder opgevoed en kreeg van thuis uit appreciatie mee voor andere culturen en kennis. Reeds op zeer jonge leeftijd toonde hij een bijzondere interesse in vreemde talen. Tegen de tijd dat hij 20 jaar oud was, sprak hij vloeiend zeven talen, waaronder Spaans, Frans, Duits, Engels en Grieks. Deze gave zou beslissend zijn voor zijn verdere toekomst.

Guatemala zet de deuren open

Op het moment dat Maurice opgroeide, onderging Guatemala aan de overzijde van de Atlantische Oceaan een belangrijke sociale transformatie. Sedert het midden van de 19de eeuw trachtten verschillende regeringen van Guatemala een beleid te voeren dat erop gericht was Europese immigranten te verwelkomen. Dit fenomeen werd nog markanter gedurende de laatste decennia van de 19de eeuw. Deze immigratie werd aangemoedigd om nieuwe infrastructuur aan te leggen, nieuwe technologieën te promoten en om kennisoverdracht te bevorderen tussen de lokale bevolking en immigranten. Men trachtte eveneens de autochtone bevolking te “europeaniseren” door gemengde huwelijken te stimuleren en door lokale en Europese gebruiken uit te wisselen.

Bij een eerste poging van de regering van Guatemala om in de 19de eeuw een echte Europese kolonie uit te bouwen, waren de Belgen reeds betrokken. In 1843 schonk de overheid aan sommige Belgische immigranten enorme stukken grond aan de Caraïbische kust, in Santo Tomás. De bedoeling was om deze ruwe streek in cultuur te brengen. Omwille van de slechte toestand van de bodem en gezondheidsproblemen bij de kolonisten die te wijten waren aan het tropische klimaat, mislukte dit groots opgezette immigratieproject. Veel Belgische immigranten die de harde levensomstandigheden overleefden, keerden terug naar België.

Tegen het einde van de 19de eeuw – na lessen getrokken te hebben uit de vergissingen in het verleden – ondernam de overheid van Guatemala een nieuwe poging, met een andere invalshoek: het invoeren van Europese gebruiken en kennis. Het was José María Reina Barrios, de 12de president van Guatemala, die erin slaagde met een zachte aanpak Europese gewoonten te introduceren in het land. Hij nam de taak op zich om het onderwijssysteem te verbeteren door specifiek taalscholen te openen in strategische regio’s. Via verschillende diplomatieke kanalen vroeg hij aan verschillende Europese landen, waaronder België, om geschoolde taalleerkrachten te sturen om de vacatures in te vullen binnen de recent geopende taalinstituten. Maurice van Zantvoorde, als uitzonderlijk taalkundige, was één van de Europeanen die vrijwillig deelnam aan dit project.

De vonk slaat over

Maurice kwam in 1897 aan in Guatemala via Puerto Barrios, de grootste Caraïbische haven van het land. Hij werd onmiddellijk in dienst genomen in een nieuw gebouwde taalschool in een afgelegen gebied in Oost-Guatemala, meer bepaald Chiquimula. Hier werd hij gevraagd om gedurende enkele jaren tegelijk als leerkracht en als schoolhoofd op te treden.

Bij de opening van het taalinstituut nodigde de lokale burgemeester de belangrijkste families van de streek uit, inclusief de leden van de invloedrijke familie Aldana, die rijke landeigenaren waren. De Aldana’s bezaten talrijke boerderijen en fabrieken, waarin ze hoofdzakelijk tabak kweekten en sigaren produceerden, die ze naar diverse Europese markten exporteerden.

Tijdens de openingsceremonie voor de nieuwe school speelde Angela Jacoba Aldana, de oudste dochter van de familie Aldana, enkele pianostukken in aanwezigheid van alle genodigden, inclusief Maurice. Angela was een getalenteerde pianist en eens Maurice haar zag piano spelen, kreeg hij belangstelling voor haar. Aangezien hij haar niet het hof kon maken zonder toestemming van haar vader, besliste Maurice om op bezoek te gaan bij de patriarch van de familie, Rafael Aldana.

Maurice
Links: portret van Maurice van Zantvoorde, ca. 1910. Rechts: zijn visitekaartje, dat in de familie als erfstuk is bewaard gebleven.

Het gezin van Zantvoorde-Aldana

Volgens de mondelinge familiale overlevering bezocht Maurice het statige huis van de Aldana’s dat zich situeerde op het landgoed van de familie. Wanneer Maurice ter plaatse aankwam en zich aanmeldde, vroeg de butler hem om zijn visitekaartje te overhandigen. Dit was nodig om ontvangen te kunnen worden door Rafael. De familie heeft dit visitekaartje steeds bewaard als erfstuk.

Nadat hij zich formeel voorgesteld had, kreeg Maurice toestemming van Rafael om Angela het hof te mogen maken. Aangezien Maurice vloeiend Spaans sprak, was er van bij aanvang geen taalbarrière tussen hem en de familie Aldana. Na een korte verlovingsperiode huwden Maurice en Angela in 1897 in Chiquimula. Een jaar later werd hun eerste dochter geboren, Marguerite Gabrielle Marie Ghislaine. In 1901 werd hun tweede kind geboren, een zoon die de naam Alfred Maurice Marie Ghislaine kreeg, op verzoek van zijn vader.

In januari 1914 sloeg het noodlot echter toe. Tijdens het lesgeven in de taalschool voelde Maurice zich op een dag erg ziek. Na medisch advies besliste hij om naar huis te gaan, waar hij ‘s nachts overleed aan een fatale hartaanval. Hij was bijna 45 jaar oud wanneer hij overleed.

Een onmogelijke oversteek

In zijn testament had Maurice bepaald dat zijn twee kinderen na zijn overlijden naar Gent moesten terugkeren, om er bij zijn familieleden in Gent te leven. Hij ging er immers van uit dat na zijn overlijden de levensomstandigheden voor Marguerite en Alfred in Guatemala te moeilijk zouden zijn. Hoewel het een zeer moeilijke keuze was voor Angela, besliste ze toch de beslissing van haar overleden echtgenoot te respecteren.

Een maand na het overlijden van Maurice scheepten de 15-jarige Marguerite en de 12-jarige Alfred in om naar België terug te keren. Omdat beide kinderen nog erg jong waren om alleen te reizen, regelde hun moeder dat ze op hun lange reis begeleid werden door een groep Ursulinen, die op hetzelfde schip de oceaan zouden oversteken.

Vooraleer naar België te varen diende het schip om technische redenen aan te meren in de haven van New Orleans (Louisiana). Van zodra ze daar aankwamen, vernam de kapitein van het schip het nieuws dat in Europa de Eerste Wereldoorlog uitgebroken was. In die omstandigheden kon het schip de oversteek niet maken en het keerde terug naar Guatemala. Op die manier keerden Marguerite en Alfred veilig terug naar Chiquimula bij hun moeder.

Maurice
Links: Angela Aldana met Alfred en Marguerite, ca. 1903. Midden: Alfred in New York, ca. 1929. Rechts: Marguerite op haar huwelijksdag.

Hoe het de kinderen verging

14 jaar na deze poging om naar Gent te reizen, besliste Alfred om Chiquimula definitief te verlaten. In de familie circuleert het verhaal dat Alfred erg te lijden had van de afwezigheid van zijn vader Maurice. Misschien was dit hetzelfde gemis dat Maurice gekend had toen hij op erg jonge leeftijd zijn vader Theophilus verloor. Alfred besliste voor zichzelf dat hij geen toekomst had in dit afgelegen deel van Guatemala. Hij ontving zijn familie-erfdeel en wilde elders een nieuw leven starten.

In juni 1928 nam hij afscheid van zijn moeder en zus en scheepte in voor New York. Hij huwde in 1929 met de Britse immigrante Sara Starth. In 1930, tijdens de Great Depression, stierf Alfred plotseling zonder kinderen. Zijn overlijden betekende meteen dat de familienaam van Zantvoorde op het Amerikaanse continent was verdwenen.

In Guatemala huwde Marguerite met een landeigenaar die connecties had met de familie Aldana. Ze kregen vijf kinderen: twee zonen en drie dochters. Hoewel de familienaam Van Zantvoorde niet werd verdergezet door Marguerite via haar kinderen, vertelde ze hen veel over hun stukje Vlaamse familiegeschiedenis.

Auteur: Jorge Chang. Dit verhaal is een bewerkte, ingekorte versie van zijn artikel: "Een Vlaming in Guatemala: Maurice van Zantvoorde." Vlaamse Stam 52, nr. 1 (januari-maart 2016).

Welk verhaal heeft jouw familie te vertellen?

Ga op zoek naar jouw familiegeschiedenis aan de hand van ons stappenplan
en ontdek de spannende verhalen van jouw voorouders.

Download hier onze toolkit!