
Dossiers
Akkerzieken – Museum Mayer van den Bergh en de link met Pieter Bruegel
Iemand met lepra was verplicht om de samenleving te verlaten. Twee opties bleven over: leven als akkerzieke op het platteland op intreden in een leprozerie. Maar het leven in de leprozerie was zo duur dat die optie voorbehouden was aan gegoede burgers. Gewone dorpelingen en arme burgers waren dus gedwongen om als akkerzieke te leven.
De naam "akkerzieke"
"Akkerzieke" is afkomstig van de locatie van akkerziekekolonies op specifiek uitgekozen akkers. Dat waren een aantal stukken land die exclusief voorbehouden waren aan akkerzieken. De leproos werd in een afscheidsritueel, dat veel wegheeft van een begrafenisritueel, naar het stuk land geleid. Daar was een hutje voor hen voorzien. De akkerziekenhutjes op het platteland ontwikkelden zich in vele gevallen tot grotere kolonies die soms zelfs een eigen kapel hadden.
Het bedelrecht van akkerzieken
De enige bron van inkomsten voor akkerzieken was bedelen. Ze verwierven dat recht na het vaststellen van een lepra-besmetting. In sommige steden waren er akkerziekengilden om het bedelrecht van de akkerzieken te verzekeren.
De plaatselijke overheid droeg in zekere mate de verantwoordelijkheid voor de akkerzieken. Ze moesten hen voorzien van hutjes en huisraad. Hoewel er instanties instonden voor bepaalde basisbehoeften van de zieken, was het leven van een akkerzieke bijzonder hard, zowel door de afzondering als door de zware ziektesymptomen van lepra.
De dood van een akkerzieke
Akkerzieken overleden meestal binnen de akkerziekenkolonie. Als direct gevolg van lepra, of omdat ze door hun leprabesmetting kwetsbaarder waren voor andere ziekten, zoals tuberculose. Na hun overlijden, werden alle metalen voorwerpen als borden en mokken uit het hutje gehaald om te hergebruiken. De rest werd meestal in brand gestoken, met hutje en al. Op die manier moest de verspreiding van lepra beperkt worden.
Casus: het Museum Mayer van den Bergh en haar Bruegelcollectie
Het Museum Mayer van den Bergh in Antwerpen bevat de collectie verzameld door Fritz Mayer van den Bergh (1858-1901), kunstkenner en -verzamelaar. Hij was gefascineerd door de werken van Pieter Bruegel de Oude en zijn tijdgenoten (16de eeuw). Het museum bezit dus een opmerkelijke collectie van schilderijen die tentoongesteld zijn in de Bruegelzaal.
Je kan er De Volkstelling in Bethlehem bewonderen, een kopie naar een origineel van Pieter Bruegel de Oude, geschilderd door zijn zoon, Pieter Bruegel de Jonge. Het dateert van het begin van de 17de eeuw. Het schilderij toont een verhaal uit de Bijbel (Lucas 2) waarbij de inwoners opgeroepen worden voor een volkstelling. Ook Jozef en de hoogzwangere Maria trekken naar Bethlehem voor de telling.
Pieter Bruegel de Oude staat gekend voor zijn dorps- en plattelandstaferelen waarin het leven van de gewone mens afgebeeld wordt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Bruegel op het schilderij in kwestie leprozen afbeeldt met hun karakteristieke objecten, zoals een klepper of ratel, hoed en mantel.

Als we het schilderij De Volkstelling in Betlehem van Pieter Bruegel de Jonge wat beter bekijken, zien we dat er rechts achter Maria en Jozef een hutje afgebeeld is van iemand die door de karakteristieke objecten herkenbaar is als een akkerzieke. De persoon in de deur van het hutje houdt een klepper in de rechterhand. Met een klepper waarschuwde een leproos niet-besmette mensen voor zijn aanwezigheid.
De figuur op het schilderij draagt ook de karakteristieke hoed en mantel van de leproos. Voor de hut staat een bedelnap op een stok. Daarmee kon de leproos om aalmoezen vragen. Pieter Bruegel had vaak aandacht voor de levensomstandigheden van gewone mensen. Daarom is het niet heel verrassend dat hij een akkerzieke afbeeldt. Tegelijkertijd is de plaatsing van de leprozenhut bizar: midden in het dorp, een zeer onwaarschijnlijke locatie.

-
Referenties
- Behets, Paul. “Nemt dit clackerken … Lepra in de omgeving van Vilvoorde en Mechelen.” Eigen Schoon & De Brabander 104, nr. 1 (2021): 51-66.
- Inventaris Onroerend Erfgoed. “Museum Mayer van den Bergh.” https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/5328
- Larbouillat, Jacques. “Akkerzieken in de Zwinstreek”, Rond de Poldertorens 1 (1988) 1-14. (Klik hier voor het artikel.)
- Museum Mayer van den Bergh. “De volkstelling in Bethlehem.” https://museummayervandenbergh.be/nl/pagina/de-volkstelling-bethlehem
- Persoons, Ernest, De Keyzer, Walter en Van der Eycken, Michel. Lepra in de Nederlanden (12de – 18de eeuw). Brussel: Algemeen Rijksarchief, 1989.
- Vanhemelryck, Fernand. Marginalen in de geschiedenis. Leuven: Davidsfonds, 2004.
- Viaene, Antoon. Leprozen en leprozerijen in het oude graafschap Vlaanderen. Brugge: Gidsenbond, 1962. (Klik hier voor de online versie.)
- Zwaenepoel, Arnout, Himpe, Koen, Beernaert, Brigitte en Schotte, Bernard. “Levend houtig erfgoed: De haagbeuken van het ‘Galgenbergbosje’ in Sint-Andries (Brugge).” Tijd-schrift 4, nr. 2 (2014): 56-69. (Meer info vind je hier).
Ontdek via de kaart de andere locaties en hoofdstukken over lepra in Vlaanderen!
Het project en DNA als informatiebron – opgravingen in Ieper
Het project en DNA als informatiebron – opgravingen in Ieper
Dit hoofdstuk vertelt meer over hoe het project 'Besiect ende besmet - Luid geratel' tot stand is gekomen. Na opgravingen in Sint-Jan, Ieper, werden overblijfselen van een middeleeuwse leprozerie blootgelegd. Een onderzoeksproject zal het DNA van de gevonden skeletten bestuderen om meer te weten te komen over lepra in Vlaanderen tijdens de middeleeuwen.
Ontdek het volledige hoofdstuk hier: Het project en DNA als informatiebron – opgravingen in Ieper.
De ‘schouw’ in een leprozerie – op visitatie in de Magdalenaleprozerie van Brugge
De ‘schouw’ in een leprozerie – op visitatie in de Magdalenaleprozerie van Brugge
Bij een vermoeden van lepra moest je een medisch onderzoek ondergaan in de hoofdleprozerie van het gebied waarin je woonde. Op basis van uiterlijke kenmerken, zoals verminkte ledenmaten, werd de diagnose van lepra al dan niet toegekend. Kom meer te weten over hoe het onderzoek in zijn werk ging en wat de Magdalenaleprozerie van Brugge hier mee te maken heeft.
Ontdekt het volledige hoofdstuk hier: De ‘schouw’ in een leprozerie – op visitatie in de Magdalenaleprozerie van Brugge.
Het reilen en zeilen in een leprozerie – de Kortrijkse Magdalenaleprozerie
Het reilen en zeilen in een leprozerie – de Kortrijkse Magdalenaleprozerie
Het leven in een leprozerie spreekt tot de verbeelding. Hoe een leprozerie er precies uitzag kan door oude kaarten en overgebleven erfgoed gereconstrueerd worden, bijvoorbeeld voor de Magdalenaleprozerie en -kapel in Kortrijk. Ook de statuten van een leprozerie geven meer inkijk over welke regels een leproos mocht volgen.
Ontdek het volledige hoofdstuk hier: Het reilen en zeilen in een leprozerie – de Kortrijkse Magdalenaleprozerie.
Akkerzieken – Museum Mayer van den Bergh en de link met Bruegel
Akkerzieken – Museum Mayer van den Bergh en de link met Bruegel
Wanneer je als minder gegoede burger lepra kreeg, was het leven in een leprozerie vaak te duur. Gewone dorpelingen leefden daarom als akkerzieke op het platteland, buiten de stad. Zij leefden er in hutjes en verwierven als leproos het recht om te bedelen. Hoe dat er precies uitzag, wordt verhelderd in een schilderij van Bruegel in het Museum Mayer van den Bergh.
Ontdek het volledige hoofdstuk hier: Akkerzieken – Museum Mayer van den Bergh en de link met Bruegel.
Afzondering en quarantaine – het Gentse Rijke Gasthuis
Afzondering en quarantaine – het Gentse Rijke Gasthuis
Na een diagnose van lepra veranderde het leven van een leproos volledig. De quarantaine- en afzonderingsmaatregelen waren drastisch én men moest zich fysiek uit de stad terugtrekken in een akkerziekenkolonie of een leprozerie. De ‘Rijke Gasthuis’-leprozerie van Gent bevond zich daarom ook aan de andere kant van de Leie.
Ontdekt het volledige hoofdstuk hier: Afzondering en quarantaine – het Gentse Rijke Gasthuis.
De geschiedenis van lepra – De Antwerpse ‘Terzieken’-leprozerie
De geschiedenis van lepra – De Antwerpse ‘Terzieken’-leprozerie
De ‘Terzieken’-leprozerie schetst een context van enkele eeuwen lepra in de stad Antwerpen. Lepra is een eeuwenoude, wereldwijde ziekte. In de 16de en 17de eeuw verdwijnt ze door niet al te duidelijke factoren uit onze regio.
Ontdekt het volledige hoofdstuk hier: De geschiedenis van lepra – De Antwerpse ‘Terzieken’-leprozerie.
Patroonheiligen en lepra in onze taal – de Lazaruskapel in Rumst
Patroonheiligen en lepra in onze taal – de Lazaruskapel in Rumst
Het valt op dat veel leprozerieën of kapellen voor leprozen een link naar Magdalena of Lazarus bevatten, onder andere de Lazaruskapel in Rumst. Ook onze taal kent enkele invloeden van lepra, bijvoorbeeld ‘klaploper’ of ‘belazeren’. Wat de wortels van deze verwijzingen zijn en wat ze precies betekenen, wordt duidelijk gemaakt in dit hoofdstuk.
Ontdek hier het volledige hoofdstuk: Patroonheiligen en lepra in onze taal – de Lazaruskapel in Rumst.
Dood voor de wereld, levend voor God – de parochiekerk van Zoutleeuw
Dood voor de wereld, levend voor God – de parochiekerk van Zoutleeuw
Na de diagnose moest een leproos afscheid nemen van de samenleving. Als afscheidsritueel werd soms een heuse begrafenismis gedaan, waarbij de leproos vanaf dan “dood voor de wereld, maar leven voor God” zou zijn en enkele leefregels te horen kreeg. In Zoutleeuw bevinden zich nog enkele sporen van de leprozerie die er ooit stond.
Ontdek het volledige hoofdstuk hier: Dood voor de wereld, levend voor God – de parochiekerk van Zoutleeuw.
De attributen en kledij van een leproos – het Gasthuismuseum in Geel
De attributen en kledij van een leproos – het Gasthuismuseum in Geel
Een leproos kreeg enkele attributen die die te allen tijde bij zich moest dragen, zoals een klepper of ratel. Ook aan de kledij kon je afleiden dat iemand besmet was, bijvoorbeeld door een specifieke hoed of mantel. Het Gasthuismuseum in Geel geeft hier meer context aan.
Ontdek het volledige hoofdstuk hier: De attributen en kledij van een leproos – het Gasthuismuseum in Geel.
Leprozenoptocht en bijgeloof – het Bruegelmuseum te Peer
Leprozenoptocht en bijgeloof – het Bruegelmuseum te Peer
Op sommige dagen mochten de leprozen naar de stad, bijvoorbeeld om om aalmoezen te vragen. Vermomd tussen de volkse figuren op een schilderij, schildert Bruegel ook zo’n leprozenoptocht. Dit hoofdstuk vertelt ook meer over het bestaande bijgeloof rond lepra, een ziekte met enorm veel mythevorming.
Ontdek het volledige hoofdstuk hier: Leprozenoptocht en bijgeloof – het Bruegelmuseum te Peer.
Leprozen op het galgenveld – Het Galgenbergbosje te Sint-Andries, Brugge
Leprozen op het galgenveld – Het Galgenbergbosje te Sint-Andries, Brugge
Leprozen kregen in sommige steden de bijzondere positie om de galg te bewaken. Ze dienden als afschrikmiddel zodat de gehangen misdadigers niet gestolen werden. In Sint-Andries bij Brugge was het galgenveld gelegen naast een akkerziekenkolonie.
Ontdek het volledige hoofdstuk hier: Leprozen op het galgenveld – het Galgenbergbosje te Sint-Andries, Brugge.
De behandeling van lepra vroeger en nu – Dr. Hemerijckx uit Ninove
De behandeling van lepra vroeger en nu – Dr. Hemerijckx uit Ninove
De behandeling van lepra ziet er vandaag volledig anders uit dan in de middeleeuwen. Een pionier om de behandeling te veranderen was Frans Hemerijckx, een Belgische dokter uit Ninove. Tijdens de jaren 1930 en 1940 rolt hij het ‘klinieken onder de bomen’-principe uit in onder andere Congo en India.
Ontdek het volledige hoofdstuk hier: De behandeling van lepra vroeger en nu – Dr. Hemerijckx uit Ninove.
De opoffering van Zuster Lambertine – klooster in Gijzegem
De opoffering van Zuster Lambertine – klooster in Gijzegem
In Gijzegem bij Aalst staat tot op vandaag het klooster van de zusters van Sint-Vincentius a Paulo. In 1896 vertrok daar een groepje zusters naar São Paulo in Brazilië. Een van hen was Zuster Lambertine, die zich levenslang inzette voor de zorg voor kinderen met lepra. Dit hoofdstuk schetst het vaak vergeten maar bewonderenswaardige verhaal van Zuster Lambertine.
Ontdek het volledige hoofdstuk hier: De opoffering van Zuster Lambertine – klooster in Gijzegem.
Het mysterie en sociaal stigma rond lepra – een eerbetoon aan Pater Damiaan in het Damiaanmuseum in Tremelo
Het mysterie en sociaal stigma rond lepra – een eerbetoon aan Pater Damiaan in het Damiaanmuseum in Tremelo
Lepra kent een enorm sociaal stigma en mysterie. Dit hoofdstuk probeert daar duidelijkheid in te scheppen: hoe wordt de ziekte doorgegeven? Waarom ontwikkelen sommige mensen de ziekte en andere niet? Op Molokai kreeg Pater Damiaan ook te maken met het sociale stigma rond lepra, al probeerde hij dat wel te doorbreken.
Ontdek het volledige hoofdstuk hier: Het mysterie en sociaal stigma rond lepra – een eerbetoon aan Pater Damiaan in het Damiaanmuseum in Tremelo.
Pater Damiaan op Molokai en lepra in de rest van de wereld – de Sint-Antoniuskapel in Leuven
Pater Damiaan op Molokai en lepra in de rest van de wereld – de Sint-Antoniuskapel in Leuven
Hoewel lepra in België in de 17de eeuw verdween, trokken vele missionarissen in de eeuwen erna naar het buitenland om er leprozen te verzorgen. Het leven van Pater Damiaan op Molokai kan ons veel leren over de situatie in middeleeuwse leprozerieën. In de Sint-Antoniuskapel in Leuven worden zijn resten bewaard.
Ontdek het volledige hoofdstuk hier: Pater Damiaan op Molokai en lepra in de rest van de wereld – de Sint-Antoniuskapel in Leuven.
Herbestemming en continuïteit van leprozerieën – Terbank in Heverlee
Herbestemming en continuïteit van leprozerieën – Terbank in Heverlee
Nadat lepra in onze contreien verdween, transformeerden de leprozerieën in Vlaanderen zich op verschillende manieren. Sommigen worden afgebroken, maar anderen overleven als zorginstellingen of kloosters. Terbank in Leuven is hier een sprekend voorbeeld van.
Ontdek het volledige hoofdstuk hier: Herbestemming en continuïteit van leprozerieën – Terbank in Heverlee.
Leprozerie Siekeren – Sint-Truiden
Leprozerie Siekeren – Sint-Truiden
Op deze plaats stond ooit de leprozerie van Sint-Truiden. Haar aanwezigheid heeft geen materiële sporen achtergelaten, maar is wel nog merkbaar in de straatnaam 'Ziekerenweg' en het feit dat zich hier vandaag nog altijd een zorginstelling bevindt. De leprozerie was gelegen aan de Maria-Magdalenakerk. Ze wordt voor het eerst vermeld in 1191 en tot de tweede helft van de 17de eeuw zouden er leprozen gewoond hebben.
Sint-Elisabethkapel – Meerhout
Sint-Elisabethkapel – Meerhout
Deze kapel in Meerhout zou volgens de volksoverlevering ontstaan zijn als kapel van een leprozerie, waar leprozen konden bidden. Net zoals aangehaald wordt in het hoofdstuk over patroonheiligen, is de kapel gewijd aan de heilige Elisabeth. Na het verdwijnen van lepra in Vlaanderen groeide de kapel uit tot een bedevaartsoord tegen de pest.
Afbeelding: de Sint-Elisabethkapel in Meerhout. Bron: Pascal Van Acker ter beschikking gesteld door Agentschap Onroerend Erfgoed.
Dambruggestraat - Antwerpen
Dambruggestraat - Antwerpen
Op deze locatie bevond zich in de middeleeuwen de tweede leprozerie van Antwerpen, naast Terzieken in het zuiden van de stad. Deze leprozerie werd Dambrugge genoemd. De leprozenkolonie bestond uit aparte huisjes voor de leprozen rond een centrale kapel en was gewijd aan Sint-Job. Vandaag is er, buiten de straatnaam, geen erfgoed van de leprozerie bewaard gebleven.
Zieklien en Maalte, een gehucht in Gent
Zieklien en Maalte, een gehucht in Gent
Aan de rand van Gent tussen Sint-Pieters-Aaigem en Sint-Pieters-Aalst, bevindt zich het gehucht Maalte. In enkele plaatsnamen zoals Maaltebruggestraat, Maaltekouter en Maaltebruggepark leeft deze benaming nog voort. Maalte is afgeleid van ‘maleta’ en betekent iets dat ‘ziek’ is, naar het Franse ‘malade’. De link met melaatsheid is dus niet ver weg. Naar verluidt zou Maalte een besmettingshaard van melaatsheid geweest zijn.
In dit gehucht verwijst de straatnaam Zieklien vermoedelijk naar een groep akkerzieken die hier op het platteland buiten de stad woonden. De straatnaam is daarbij een verbastering van 'Zieke Lieden', een term die vaak naar mensen met lepra verwees in de middeleeuwen. Lees meer over het gehucht in dit artikel van Suzanne Janssens.
Sint-Antoniusleprozerie – Tongeren
Sint-Antoniusleprozerie – Tongeren
Op deze plaats bevond zich sinds de twaalfde eeuw de Sint-Antoniusleprozerie, waar rijkere inwoners van Tongeren met lepra afgescheiden leefden van de samenleving. De leprozerie werd, met uitzondering van de kapel, afgebroken in de achttiende eeuw. De kapel werd helaas gebombardeerd tijdens de Tweede Wereldoorlog en verwoest. Bij opgravingen rond het station van Tongeren werden wel overblijfselen van de kapel aangetroffen onder de parking. De kapel maakte destijds deel uit van een geheel met een klooster en leprozenhuisjes rond een binnenkoer.
Leprozerie Terzieken in de Willem Lepelstraat - Antwerpen
Leprozerie Terzieken in de Willem Lepelstraat - Antwerpen
In 1662 verhuisde de Antwerpse Terziekenleprozerie, die tot dan buiten de stadsmuren gelegen was (in het huidige Harmoniepark), naar deze locatie in de Willem Lepelstraat. Lepra was dan al aan het verdwijnen uit onze contreien en de leprozerie op deze nieuwe locatie diende dus vooral als klooster voor de zusters. Ter hoogte van nr. 34 is nog een muur van de kapel van dit klooster te zien.
Sint-Niklaaskerk – Hemiksem
Sint-Martinuskerk – Edelare (Oudenaarde)
Sint-Martinuskerk – Edelare (Oudenaarde)
Het gehucht Edelare bevindt zich buiten de zogenoemde Bergpoort van de stad Oudenaarde, in de wijk ‘Ballien’ of ‘Ter Baillen’. De lazarij werd eind 12de eeuw gesticht en bleef bestaan tot begin 17de eeuw. In de buurt van de Sint-Martinuskerk, die deels stamt uit de elfde eeuw, bevond zich in de middeleeuwen de stedelijke leprozerie van Oudenaarde, waar meer gegoede burgers met lepra afgescheiden van de samenleving leefden. In de bronnen over deze leprozerie wordt vermeld dat de pastoor van de parochiekerk van Edelare het afscheidsritueel, waarbij de leproos uit de samenleving verstoten werd, uitvoerde. Wanneer een leproos kwam te overlijden, werd hij of zij begraven op het kerkhof bij de Sint-Martinuskerk in Edelare. Vanaf 1580 gaat het slecht met de leprozerie. Het complex brandt af en tot 1617 kan gesteld worden dat er geen leprozen meer aanwezig waren in de leprozerie van Oudenaarde. Door het gebrek aan inkomsten verdwijnt de lazarij bijna.
In de stad Oudenaarde is verder ook een straat ‘Lazerije’. Het verband met de stedelijke leprozerie in Edelare is niet duidelijk, maar mogelijk is deze straatnaam wel een overblijfsel van lepra in de stad.
Kaart: Algemeen Rijksarchief Brussel, Familie d’Arenberg, Kaarten en plannen, 2574. Bewerking kaart: Gabriël Redant in het Land van Aalst, Jaargang LXXI, 2019, Nummer 1.
Lazarijstraat – Diest
Lazarijstraat – Diest
In dit gebied was waarschijnlijk de leprozerie van Diest gelegen, waar rijkere leprozen afgescheiden van de samenleving leefden. De Lazarijberg en Lazarijstraat zijn nog overgebleven sporen van de ondertussen verdwenen leprozerie. Omdat leprozerieën vaak gewijd waren aan de heilige Lazarus, werden ze ook wel lazarijen genoemd. De leprozerie van Dienst bestond al vóór 1281 en was gelegen op de Lazarijberg, ver buiten het stadscentrum, en was volledig ommuurd. Er was onder andere een kapel, een leprozenhuis, een kerkhof, een stal en enkele kleinere lazarijhuisjes voor leprozen.
Ziekeliedenstraat – Mechelen
Ziekeliedenstraat – Mechelen
Op deze plaats bevond zich tussen de twaalfde en zeventiende eeuw de Ziekeliedenleprozerie, waar meer gegoede Mechelaars met lepra afgescheiden van de samenleving leefden. Rond 1190 werd de instelling opgericht buiten de stad, aan de Overste of Brusselse Poort. Aan het einde van de 16de eeuw verhuisde het klooster naar deze plaats binnen de oude stad. De naam van de leprozerie is bewaard gebleven in de straatnaam Ziekeliedenstraat.
Afbeelding: Ziekeliedenleprozerie te Mechelen. Opschrift 'De Siekelieden buyten Mechelen op eene schildery van de XVI eeuw nageteekend (in linkerbovenhoek). Bron: Regionale beeldbank Mechelen.
Kapel van Onze-Lieve-Vrouw-ten-Steen – Tienen
Kapel van Onze-Lieve-Vrouw-ten-Steen – Tienen
In Tienen waren er twee leprozerieën: de leprozerie van Danebroeck voor vrouwen, en de leprozerie voor mannen die tegen de kapel van Onze-Lieve-Vrouw-ten-Steen stond (ook bekend als de kapel van Sint-Maurus of Sint-Moor in Grimde, Tienen). Deze bevond zich buiten de stadsmuren én aan een drukke baan, namelijk de oude Romeinse heirbaan ‘Via Belgica’. De kapel is nog steeds te bezoeken en dient bovendien als bedevaartsoord. De kapel werd gebouwd rond 1331. De leprozerie die aan de kapel gebouwd was, werd ook aangeduid als ‘Sieckerlieden'. Zoals je kan zien op de foto, was de kapel via een brugje verbonden met een kluizenaarswoning.
Afbeelding: Kapel van Onze-Lieve-Vrouw-ten-Steen te Tienen. Bron: Kris Vandevorst.
Lazarijstraat – Dendermonde
Lazarijstraat – Dendermonde
De stedelijke leprozerie van Dendermonde bevond zich buiten de stad langs de kant van de Brusselse poort. De eerste vermelding is in een schenking van rente in 1268 en enkele jaren later wordt naar de leprozerie verwezen als ‘domus leprosorum iuxta Tenremondam’. Tot de 17de eeuw zou de leprozerie in Dendermonde in gebruik zijn geweest. Vandaag blijft enkel de straatnaam Lazarijstraat nog over als herinnering aan lepra in de stad.
Ziekelingenstraat – Leuven
Ziekelingenstraat – Leuven
De Ziekelingenstraat en de buurt Ziekelingen in Korbeek-Lo danken hun naam aan de ‘Capelle der Sieckelide’ die er ooit stond. De kapel werd ook de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Groeninghe genoemd, naar een pachthof dat in de buurt lag. De zieken die in het ziekenliedenhuis verbleven waren vooral leprozen, maar ook patiënten van andere ziekten. De kapel zou er zeker van het einde van de 13de eeuw tot begin 1700 gestaan hebben, met enkele vernielingen tussendoor. De kapel stond waar de Ziekelingenstraat uitkomt op de Oudebaan. Dat ontdekte men eind 1953, toen de skeletten van een groep volwassen mensen bovengehaald werden tijdens de bouw van een nieuwe woning. Meer info over de Leuvense buurt vind je in de publicatie ‘Straathistories Ziekelingenstraat en Omgeving’ .
Sint-Janskapel – Herentals
Sint-Janskapel – Herentals
In Herentals stond lang de Sint-Janskapel, maar door verwaarlozing staat de kapel er vandaag niet meer. In de buurt van de kapel bevond zich een kolonie van akkerzieken waar leprozen mogelijks in hutten leefden. De kapel van de leprozerie was gewijd aan Sint-Jan, vandaar dat de kapel ook wel Sint-Jans Godshuis of Sint-Jan-ter-Lazarijen genoemd werd. Dichtbij waar de Sint-Janskapel zou gestaan hebben, bevindt zich vandaag de Sint-Jan de Doperkerk.
Afbeelding: bedevaartvaantje van Sint-Jan in Herentals. Onderaan het opschrift "Verblijt v alle met Herentals, in uwen noot, om d'oprichten der Cappelle van Sint Ian, Ter lazarijen, want dien Propheet seer groot, En Christi voorlooper, Godt niet weygeren can". Bron: Musea Brugge.